Het stedenbouwkundigplan sluit aan op de bestaande infrastructuur. Parkeerplaatsen zijn niet in het zicht, maar onder de bouwblokken op maaiveldniveau gesitueerd,waardoor veel ruimte ontstaat voor groen, licht en ruimte. De meeste bestaande gebouwen op het terrein zullen worden gesloopt. Enkele karakteristieke gebouwen worden gehandhaafd als herinnering aan het verleden. Het veilinghuis van de CNB blijft ook behouden en wordt getransformeerd tot het nieuwe Cultureel Centrum. De woningtypes zijn rijk gevarieerd en voornamelijk grondgebonden. Stadswoningen, stadsvilla, hof-en poortwoningen worden afgewisseld met bestaande gebouwen zodat een rijkdom aan woonmogelijkheden ontstaat.
Centraal in het plan ligt het nieuwe Cultureel Centrum.
Rondom twee collectieve binnentuinen aan beide zijden van deze as liggen 63 woningen, deels eengezinswoningen met een ruim terras en deels appartementen.De architectuur hedendaags, maar passend bij de kenmerkende regionale bebouwing van bijvoorbeeld bollenschuren: enigszins “doosvormige” volumes met een strakke ritmering van raamopeningen. Gekozen wordt voor een gelige baksteen, geïnspireerd op de kleur van uitgebloeide bollenvelden. Verfijning wordt gezocht in detaillering van metselverbanden en hekwerken. In contrast met de buitenzijde worden de gevels aan de binnenzijde van het hof licht van kleur. Wit gekeimd baksteen geeft hier levendigheid en frisheid aan de woningen.
↧
Monsellahof
↧